Milieu
Als je fruit koopt kun je op een paar dingen letten, zoals het seizoen en waar het vandaan komt. Met deze tips denk je hierbij aan het milieu:
1. Kies seizoensproducten, dan is de kans kleiner dat het product uit een verwarmde kas of uit een ver land komt.
2. Probeer iets anders te kiezen dan producten die kwetsbaar zijn en makkelijk kunnen bederven, en die uit overzeese landen komen. Deze producten komen met het vliegtuig, dat is niet goed voor het milieu. Ook hebben deze producten vaak vrij veel verpakkingsmateriaal nodig voor bescherming.
3. Koop in de winter geen vers zachtfruit, omdat het dan vaak met het vliegtuig komt of wordt verbouwd in een verwarmde kas.
4. Appels en peren kun je het hele jaar kopen. Ook ander stevig fruit kun je het hele jaar door kopen. Maar, weet dat bij tropische fruitsoorten meerdere dingen aan de hand kunnen zijn, van milieuproblemen tot slechte arbeidsomstandigheden voor de werknemers.
5. Let op keurmerken: sommige keurmerken zoals On the way to Planet Proof en het Eko keurmerk stellen extra voorwaarden rondom duurzaamheid. Er zijn meer regels waaraan de producten moeten voldoen. In de keurmerkenwijzer check je alle keurmerken op groente en fruit.
Wat betekent dit allemaal voor het milieu?
Het verbouwen van fruit, de verpakking en het vervoer: het kost allemaal veel energie en grondstoffen. Bij de productie van fruit komen broeikasgassen vrij, dat is slecht voor het milieu. Er zijn een hoop dingen waar je rekening mee kunt houden. Het is best ingewikkeld. Het is het allerbeste om fruit uit de buurt te eten en uit het seizoen. Alle groente- en fruitsoorten hebben een periode in het jaar waarin ze klaar zijn om te oogsten. In Nederland zijn dat bijvoorbeeld aardbeien in de zomer. In de periode dat ze worden geoogst en verkocht, zijn het seizoensproducten. Deze soorten belasten het milieu het minst omdat ze buiten groeien. De natuur zorgt ervoor dat alles goed kan groeien. Ook hoeven producten uit Nederland maar een klein stuk te worden vervoerd naar de winkel. Er is dus weinig energie en brandstof nodig. In Nederland wordt ook buiten het seizoen fruit geteeld. Dat gebeurt in kassen, wat veel energie kost. Dat is niet zo goed voor het milieu.
Verder zijn er producten die uit het buitenland komen. Dat zijn geen Nederlandse seizoensproducten. Toch kunnen deze soorten groente en fruit een lage milieubelasting hebben, omdat het weinig energie kost om deze producten te verbouwen en te vervoeren. Een voorbeeld is Zuid-Europa (o.a. Spanje). De zon schijnt vaak, er is alleen wel wat meer water nodig. Het is wat verder rijden naar de Nederlandse winkels, maar vaak komt het in grote aantallen, wat weer minder slecht is voor het milieu. Fruit kan ook geteeld worden op akkers ver weg. Bijvoorbeeld in Zuid-Amerika of Afrika. Deze producten zijn slechter voor het milieu, omdat ze naar Nederland moeten worden vervoerd.
Sommige fruitsoorten uit het buitenland kunnen niet met de boot komen. Dat geldt voor soorten die je niet zo lang kunt bewaren, bijvoorbeeld frambozen of aardbeien uit het buitenland. Zij komen met het vliegtuig en kosten veel energie. Die kun je dus beter niet te vaak kiezen. Er zijn ook fruitsoorten van ver weg die toch een goede keuze zijn. Bananen bijvoorbeeld groeien in warme en vochtige gebieden. De teelt kost weinig energie en water. En omdat deze producten vaak in grote aantallen en per boot naar Nederland komen, is de milieubelasting vrij laag.
Bron: Milieu centraal & Voedingscentrum.